Officiële afmeting van een sjoelschijf

Hoe goed ben jij bekend met de sjoelschijf? Wist je dat hier officiële afmetingen voor gelden? De Algemene Nederlandse Sjoelbond heeft richtlijnen opgesteld voor sjoelstenen en sjoelbakken. Deze bond bestaat sinds 1977 en wordt binnen Nederland gezien als dé officiële instantie op het gebied van sjoelen. De bond is onder meer ontstaan vanuit de wens om de regels uniform te maken. Behalve geüniformeerde regels zijn ook de afmetingen van het materiaal uniform gemaakt. Voor een wedstrijdsjoelbak geldt dat deze een lengte van 200 cm moet hebben. Daar hoort een breedte van 41 cm bij. Voor het achterste gedeelte van de baan (vanaf de poortjes tot aan de vakken waarin de sjoelstenen / sjoelschijven bewaard worden die punten opleveren) geldt dat dit 39 cm lang moet zijn. De poortjes zijn stuk voor stuk 6 cm breed, met shotten van 3.4 cm ertussen. Aan de uiteinden van de bak zijn de schotten 2.2 cm. De officiële diameter van een sjoelsteen is 5.2 cm. Dat zorgt voor 0.8 cm speling in de poortjes.

Een wedstrijd sjoelschijf

De wedstrijd sjoelschijf is een schijf met een diameter van 5.2 centimeter. Deze past door het poortje van 6.00 cm. Hou er rekening mee dat, wanneer je een ander soort bak aanschaft, de afmetingen (licht) kunnen verschillen. Bij de bak zelf staat meestal aangegeven wat voor soort stenen je ervoor moet gebruiken. Hoe minder spelen tussen poortje en steen hoe moeilijker het is hem erdoor te schuiven. Een te grote steen is uiteraard onspeelbaar. Kies je voor een mini sjoelbaan, dan heb je per definitie kleinere sjoelstenen van rond de 2.9 cm nodig. Een wedstrijd sjoelschijf is 5.2 centimeter in diameter en 1.25 centimeter in dikte.

Wanneer scoor je punten?

De Algemene Nederlandse Sjoelbond (ANS) heeft bepaald dat een sjoelsteen pas punten oplevert als deze ‘erin’ zit. Dat houdt in dat de sjoelsteen in zijn geheel onder het poortje moet zijn doorgeschoven. Dat is het geval als er niets van de sjoelsteen uitsteekt. Tijdens wedstrijden wordt dit met een meetlatje nagemeten. Thuis wordt dit nog weleens gedaan met de vingers, maar dat is officieel niet toegestaan. Je scoort het aantal punten dat boven het vak staat aangegeven waar je de steen in hebt geschoven: 2, 3, 4 of 1. Nog belangrijker dan het scoren van losse punten is het scoren van combinaties: 1 steen in elk vak levert 20 punten op.